Complicaties kunnen bij iedere operatie ontstaan. Wij doen er alles aan om de risico’s hierop zoveel mogelijk te verkleinen. Er bestaat een kleine kans op een nabloeding, zenuwletsel, een wondgenezingsstoornis of een infectie.

De opname duurt 1 dag. De operatie vindt meestal plaats onder lokale verdoving, hiervoor hoeft u niet nuchter te zijn.

Na de operatie krijgt u een drukverband om de vinger die twee dagen moet blijven zitten. Hierna mag de hand/vinger normaal gebruikt worden, maar zware belasting wordt afgeraden. Door regelmatig te buigen en strekken, wordt voorkomen dat er verklevingen ontstaan bij het genezen. Na ongeveer twee weken worden de hechtingen verwijderd. Sommige mensen voelen na de operatie nog een poosje een lichte zwelling bij het litteken of hebben nog wat last van stijfheid in de vinger.

Fysiotherapie is over het algemeen niet nodig van deze operatie. Indien er bij controle blijkt dat de vinger stijf is, dan zal handtherapie gestart kunnen worden. Hier krijgt u dan een verwijzing voor mee.

De wond is gehecht. Deze hechtingen worden bij de wondcontrole twee weken na de operatie hier op de polikliniek verwijderd. Mochten er eerder vragen zijn over de wond, dan kunt u met ons telefonisch contact opnemen.

We adviseren u de voorgeschreven pijnmedicatie de eerste dagen in te nemen indien u pijnklachten heeft. Indien u vragen heeft over de medicatie of vragen heeft over bijwerkingen kunt u contact met ons opnemen. U mag de hand gewoon gebruiken op geleide van de pijn.

De eerste controle na de operatie is de wondcontrole twee weken postoperatief, er zal tevens gekeken worden naar de functie van de vinger. Deze controle wordt verricht door een speciaal hiervoor opgeleide fysiotherapeut. De volgende controle is zes tot acht weken na de operatie bij de orthopedisch chirurg.  Indien de vinger hier goed beweeglijk is, is verdere controle meestal niet meer nodig.