Kraakbeenbehandeling van de knie (Microfracture)
Het bot wordt bedekt met kraakbeen. Kraakbeen heeft een glad en veerkrachtig oppervlak en vormt een de glijlaag van het kniegewricht. Kraakbeen is weefsel dat moeilijk herstelt. Dit komt doordat er geen bloedvaten of zenuwen in het kraakbeen zitten. Hierdoor kan het kraakbeen ook geen pijn registreren. De pijn die optreedt na kraakbeenschade, komt niet direct van het kraakbeen, maar via de geïrriteerde structuren rondom het kraakbeen. Beschadiging van kraakbeen kan op een aantal manieren ontstaan. Meestal wordt het door een (sport)letsel veroorzaakt. Een verwijderde meniscus of een gescheurde voorste kruisband kan op termijn leiden tot een kraakbeenbeschadiging en tot ontstekingen in de knie.
Kraakbeenbeschadiging
Een kraakbeenbeschadiging kan worden verdeeld in vier gradaties:
- Graad 1: Het kraakbeen heeft een zachte plek.
- Graad 2: Kleine scheurtjes in het oppervlak van het kraakbeen.
- Graad 3: De scheurtjes hebben diepere groeven en losse stukken.
- Graad 4: Het kraakbeen is geheel kapot, tot op het kale bot van de onderlaag.
Operatieve behandeling
Sinds tientallen jaren worden er al operaties verricht voor kraakbeenschade in de knie. Meestal wordt het ruwe beschadigde kraakbeen ontdaan van haar losse flarden en glad gemaakt met een shaver.
Microfracture of opboren
Met deze arthroscopische operatie wordt het onderliggende bot, waarvan het kraakbeen ernstig is beschadigd, behandeld zodat vanuit het bot nieuw littekenkraakbeen kan ontwikkelen. Met de microfracture-procedure (mini-breukjes), worden met een lang en dun dreveltje en een hamer mini-breukjes in het bot gemaakt. Hierdoor ontstaat er een bloedend botoppervlak van waaruit het nieuwe littekenkraakbeen zich vormt. We moeten dit kraakbeen als een poging van het lichaam zien om het normale te vervangen. De mechanisch eigenschappen zijn echter niet zo goed als het normale kraakbeen. Het littekenkraakbeen kan echter vele jaren goede diensten in het gewricht doen. Behalve met de microfracture-methode kan het bot, in plaats van met een dreveltje, ook met dunne boortjes van ongeveer 2 mm opgeboord worden. Hierdoor ontstaat er een soort vergiet van het onderliggende bot, van waaruit het littekenkraakbeen wordt gevoed. Het bot is overigens nog stevig genoeg om de normale belasting op te vangen en herstelt weer volledig.
Bewegingsadvies
Het totale herstel na deze operatie duurt minimaal 3 tot 6 maanden. Krukken moeten zeker de eerste zes tot acht weken worden gebruikt, waarbij de knie niet volledig belast mag worden. Volledige belasting duurt zeker 4-6 maanden. Zwemmen en fietsen is een goede training. U krijgt een verwijzing voor uw fysiotherapeut mee en een behandelingsprotocol. In de vroege beschermfase (week 0-6) ligt de nadruk op de bescherming van het herstelweefsel en de terugkeer van homeostase in het gewricht. In deze fase zijn de toegestane belasting en het bewegingsbereik beperkt, afhankelijk van de locatie van het kraakbeenherstel. In de overgangsfase (week 6-12) ligt de nadruk op het volledig herstellen van het bewegingsbereik en begint de opbouw van spierkracht. In de opbouwfase (week 12-26) ligt de nadruk op het vergroten van de spierkracht en het uithoudingsvermogen en wordt een begin gemaakt met de hervatting van activiteiten. In de volgrooiingsfase (week 26-52) wordt gewerkt aan het volledig en onbeperkt hervatten van activiteiten.